Grootste noodopvang in Nederland
Het verzoek voor deze tot nu toe grootste opvang in Nederland is dinsdag 15 september door het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) gedaan aan de gemeenten Nijmegen en Heumen. Deze hebben positief gereageerd.
Paviljoens
Zoals bekend is de vluchtelingenproblematiek momenteel zeer urgent en is de nood voor vluchtelingen hoog. Er zijn veel tijdelijke locaties nodig. Het COA heeft Nijmegen en Heumen daarom verzocht mee te werken aan een tijdelijke opvang op de genoemde locatie. De beide gemeenten hebben toegezegd hieraan mee te werken. De opvang in de paviljoens zal zo snel mogelijk openen. Het beheer ligt bij het COA. Het gaat om vluchtelingen die ons land binnenkomen en in afwachting zijn van registratie en een juridische procedure.
15 weken
De verwachting is dat vluchtelingen gemiddeld 15 weken op Heumensoord zullen verblijven. Het is de bedoeling dat de opvang op uiterlijk 1 juni 2016 weer zal sluiten. De gemeenten Heumen en Nijmegen hebben besloten om mee te werken aan de tijdelijke opvang van deze mensen die in hoge nood verkeren. Het is daarbij logisch dat er veel vragen leven in de samenleving. Daarom organiseren Nijmegen en Heumen samen met het COA diverse bijeenkomsten om de inwoners en belanghebbenden te informeren.
Donderdagavond 17 september zal er een algemene avond gehouden worden voor alle belangstellenden uit de beide gemeenten, vrijdagmiddag volgt een bijeenkomst voor bedrijven, organisaties en omwonenden van de opvanglocatie. Ook daarna zal de informatievoorziening doorlopen.
Burgemeester Bruls benadrukt dat hij graag medewerking verleent: “We praten hier over mensen die huis en haard hebben moeten verlaten. Ik ben blij dat we als Nijmegen kunnen bijdragen aan het opvangen van deze mensen. Tegelijkertijd zullen wij als gemeente, samen met het COA, de vele vragen die er ongetwijfeld ook zijn, zo goed mogelijk beantwoorden.”
Burgemeester Mengde vult aan: “Het aantal vluchtelingen is voor een kleine gemeente als Heumen wel veel. Het is goed dat de gemeenten Nijmegen en Heumen deze noodopvang gezamenlijk kunnen oppakken.”