Broeikasgassen
Voedselconsumptie van de mens legt een grote druk op het milieu. Dit komt onder andere door de uitstoot van broeikasgassen bij de productie van het voedsel. Ons dagelijkse eten beïnvloedt dus niet alleen onze eigen gezondheid, maar ook het leefmilieu. Het RIVM berekende het effect van de Nederlandse voedselconsumptie op het milieu door de uitstoot van broeikasgassen. Daaruit bleek dat ongeveer 40% van de aan voedsel gerelateerde broeikasgasuitstoot wordt veroorzaakt door de consumptie van vlees en kaas. Dranken dragen ongeveer 20% bij aan de broeikasgasuitstoot. Bij kinderen bleek het daarbij vooral te gaan om frisdranken en zuiveldranken, bij volwassenen ook om koffie en alcoholische dranken.
Gedeeltelijk vervangen
Uit een scenario analyse blijkt dat wanneer bij kinderen van 2 tot en met 6 jaar op twee dagen per week vlees en zuivel door plantaardige voedingsmiddelen worden vervangen, de hoeveelheid verzadigd vet daalt en het vezelgehalte stijgt. De inname van vitaminen en mineralen verschilt niet noemenswaardig ten opzichte van de huidige voeding. Bij het vervangen van álle vlees en zuivel kan er, volgens de modelberekeningen, mogelijk een tekort aan sommige vitaminen en mineralen ontstaan. Meer aandacht is dan nodig voor het kiezen van voedingskundig gelijkwaardige maar minder milieubelastende voedingsmiddelen. Het gedeeltelijk vervangen van dierlijke voedingsmiddelen door plantaardige geeft voor kinderen in deze leeftijdscategorie zowel een gezond als milieuvriendelijk voedingspatroon.