Op de VN-basis Castor, waar de meeste Nederlandse militairen zijn gelegerd, bedankte Koenders de mannen en vrouwen voor hun inzet. 'Jullie doen belangrijk werk in een belangrijke missie, onder zware omstandigheden. Daarvoor heeft het kabinet en heb ik bijzonder veel waardering’, aldus de minister.
Hij constateerde dat MINUSMA momenteel de gevaarlijkste VN-missie is met het hoogste aantal omgekomen en gewonde blauwhelmen. Koenders noemde speciaal de twee Nederlandse vliegers van een Apache-gevechtshelikopter die in maart om het leven kwamen door een ongeluk. ‘Ik heb groot respect voor hen en voor alle militairen die zich iedere dag opnieuw inzetten onder moeilijke omstandigheden’, aldus de minister.
Het was voor hem de eerste keer dat hij als minister een bezoek aan de Nederlandse troepen bracht sinds hij vorig jaar oktober vertrok als hoofd van MINUSMA. Koenders heeft zich op het kamp door de Nederlandse commandanten laten bijpraten over het verloop van de missie en het inlichtingenwerk dat de Nederlanders doen.
‘Nederland levert met jullie inzet een kwalitatief hoge bijdrage aan de missie. Het werk is essentieel, omdat de militaire leiding op basis van de inlichtingen en analyses de operatie zo goed mogelijk kan aansturen’, aldus Koenders. Mali en MINUSMA bevinden zich volgens hem in een cruciale fase. ‘Het is heel positief dat er een vredesakkoord is, maar dat is nog geen garantie op veiligheid.’
Nederland levert sinds april 2014 een bijdrage aan MINUSMA. Ongeveer 450 Nederlandse militairen zijn er actief. Nederland heeft de bijdrage aan de missie verlengd tot eind 2016. De Nederlandse diplomaat Koen Davidse begint bovendien eind deze maand als plaatsvervangend hoofd van MINUSMA.