Ruim de helft van de vrouwen die in de afgelopen vijf jaar werden vermoord, werd omgebracht door hun partner of een ex. Bij vermoorde mannen was een kennis of vriend vaak de dader.
Niet eerder zo weinig vrouwen vermoord
Sinds het begin van de registratie in 1996 is het aantal vermoorde vrouwen niet zo laag geweest. Bij meer dan 90 procent van de vrouwen die tussen 2010 en 2014 zijn vermoord, was een dader in beeld. Meer dan de helft van de vrouwen is (vermoedelijk) vermoord door de partner of een ex. Huiselijke omstandigheden (zoals een echtelijke ruzie) en jaloezie van de dader waren hier de meest voorkomende motieven om vrouwen van het leven te beroven. Vrouwen werden veelal in hun eigen woning omgebracht. Verwondingen met een steekwapen of wurging waren de meest voorkomende doodsoorzaken bij moord op vrouwen.
Mannen vaak door vuur- of steekwapen vermoord
Vorig jaar kwamen 113 mannen om het leven door moord of doodslag. Dit cijfer ligt na een daling in 2013 weer op het gemiddelde niveau van de afgelopen tien jaar. Bij twee van de drie mannen die tussen 2010 en 2014 vermoord werden, was een dader in beeld. Deze (vermoedelijke) dader was in 30 procent van de gevallen een vriend of kennis van het slachtoffer. Bij 13 procent ging het om een afrekening in het criminele circuit en in net zo veel gevallen kenden dader en slachtoffer elkaar niet. Ruim één op de tien vermoorde mannen of jongens werd door zijn vader of moeder om het leven gebracht. Mannen werden vaak omgebracht met een vuur- of steekwapen.
Relatief veel vrouwen in Rotterdam vermoord
De meeste moorden werden in Amsterdam gepleegd: 23 in 2014 (hiervan waren 19 inwoners van Amsterdam). Relatief gezien werden in de afgelopen vijf jaar 2,38 op de 100 duizend mensen in Amsterdam slachtoffer van moord of doodslag. Ook in Rotterdam en Den Haag lag dit aandeel aanzienlijk hoger dan in de rest van het land.
Het hoge moordcijfer in Amsterdam kan bijna volledig worden toegeschreven aan mannen; onder vrouwen was het aandeel in Amsterdam gelijk aan het landelijk gemiddelde. In Rotterdam lag het aandeel vermoorde vrouwen 2,5 keer hoger; tussen 2010 en 2014 werden 1,48 op de 100 duizend vrouwen slachtoffer van moord of doodslag.
Antillianen en Arubanen relatief vaker slachtoffer van moord of doodslag
Bijna 90 procent van de mensen die in de afgelopen vijf jaar in Nederland zijn vermoord, waren inwoners van Nederland. Van deze slachtoffers is bijna de helft allochtoon. Mensen van Antilliaanse of Arubaanse herkomst zijn relatief gezien vaker slachtoffer van moord of doodslag. Onder Antilliaanse en Arubaanse mannen ligt het aandeel vermoorde slachtoffers bijna dertien keer hoger dan onder autochtonen (respectievelijk 8,66 en 0,67 per 100 duizend personen).