De Stichting had om de bekostiging gevraagd om in Rotterdam een nieuwe scholengemeenschap van islamitische, rooms-katholieke en protestants‑christelijke richting te starten. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Richting
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatssecretaris bij zijn besluit terecht de rooms-katholieke en protestants-christelijke richting buiten beschouwing gelaten. Uit de statuten van de stichting volgt namelijk niet "van welke andere richting, anders dan de islamitische, het onderwijs uitgaat".
De vrijheid om een school naar eigen inzicht in te richten strekt niet zover dat onderwijs van een andere richting dan uitdrukkelijk vermeld in de statuten, bekostigd moet worden, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
Onvoldoende leerlingenpotentieel
Tussen de stichting en de staatssecretaris is niet in geschil dat er onvoldoende leerlingenpotentieel is om een scholengemeenschap op uitsluitend islamitische grondslag te starten. Dit betekent dat de staatssecretaris ook terecht heeft geweigerd om de nieuwe islamitische scholengemeenschap te bekostigen.