Dat blijkt uit een peiling onder 741 apothekersassistenten, uitgevoerd door het onafhankelijke SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy in opdracht van de apothekersorganisatie KNMP.
Bij de verstrekking van een nieuw medicijn moet het apotheekteam controleren of de patiënt het juiste medicijn in de juiste dosering krijgt en het middel veilig kan gebruiken in combinatie met andere medicijnen en aandoeningen. Daarnaast moet de apotheker of apothekersassistent met de patiënt bespreken hoe het middel gebruikt moet worden.
De overheid heeft bepaald dat deze eerste verstrekking sinds 1 januari 2014 gesplitst in rekening gebracht moet worden. Het ene deel betreft de vergoeding voor elke verstrekking van een medicijn. Het tweede deel is de toeslag voor het begeleidingsgesprek bij de verstrekking van een nieuw medicijn. Het apotheekteam is verplicht dit gesprek te voeren, anders mag het middel niet meegegeven worden. De kosten komen ten laste van het eigen risico van de patiënt. Dit in tegenstelling tot de vergoeding voor het voorschrijven van het medicijn door de huisarts. De vergoeding hiervan valt buiten het eigen risico.
De arbeidsvreugde van apothekersassistenten is sinds 1 januari 2014 sterk gedaald. Was eerder 80 procent van hen positief over het werk, sinds de splitsing in de verstrekkingskosten is dat gedaald tot 20 procent. De relatie van assistenten met de patiënt is eveneens dramatisch verslechterd. Was die vóór 2014 in bijna 80 procent van de gevallen positief, nu nog in slechts 25 procent van de gevallen, zo blijkt uit de peiling.