Op de bijeenkomst was een van de onderwerpen wel dat er in Oost-Oekraïne zwaar luchtafweergeschut aanwezig was, dat ook civiele toestellen kan raken, maar noch Oekraïne, noch andere westerse landen zagen een direct gevaar voor de burgerluchtvaart. De Nederlandse regering vond het toen niet nodig om de luchtvaart te informeren over dit zware luchtafweergeschut.
Volgens Pyatt waren er toen veel briefings waarbij Kiev 'de internationale gemeenschap wanhopig probeerde duidelijk te maken wat er speelde in Oost-Oekraïne'. Pyatt tegen de krant: 'k herinner me van de bijeenkomsten dat er veel scepsis was: zijn dit echt Russen, is dit niet slechts een lokaal oproer? Wij waren destijds al overtuigd van de Russische betrokkenheid, maar onze bondgenoten niet. Met name bij de Europese landen was er veel scepsis. Volgens Pyatt droeg dat eraan bij dat niemand aan de burgerluchtvaart dacht.