De Radboud Universiteit investeert 1,3 miljoen euro in de oprichting van het nieuwe ’Radboud Radio Lab’, een expertisecentrum rond een sterke troef van de Nijmeegse astronomen: radio-interferometrie.
De eigen radiotelescoop van de Radboud Universiteit
Met radio-interferometrie kan er één beeld gemaakt worden van de gelijktijdige waarnemingen van radiotelescopen over de hele wereld. Dit speelt een belangrijke rol in grote projecten zoals BlackHoleCam en de Event Horizon Telescope, die als doel hebben om voor het eerst een afbeelding van het zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel te maken. De ondersteuning van BlackHoleCam is dan ook het eerste concrete doel van het Radboud Radio Lab.
Van adviseren tot testen
Sterrenkundige Marc Klein Wolt wordt algemeen directeur van het Radboud Radio Lab: ‘We willen met onze expertise technische ondersteuning bieden aan sterrenkundigen over de hele wereld op het gebied van interferometrie, en we gaan bijbehorende software en hardware zoals elektronica ontwikkelen. Daarnaast willen we binnen internationale samenwerkingen met instituten en bedrijven een belangrijke rol spelen in het ontwerp, de productie en het testen van astronomische instrumentatie voor gebruik op aarde of zelfs in de ruimte.’
Ook in internationale projecten als LOFAR en de Square Kilometre Array komt gespecialiseerde kennis over interferometrie goed van pas. ‘Hier zou een nauwe samenwerking met nationale kennisinstellingen zoals ASTRON en SRON en het bedrijfsleven heel belangrijk voor ons zijn’, benadrukt Klein-Wolt.
Creatieve denktank
Professor Heino Falcke, gespecialiseerd in radio-astronomie, is de wetenschappelijk directeur van het nieuwe Radboud Radio Lab. ‘Ik wil het lab klein, creatief en flexibel houden, om in grote wetenschappelijke projecten effectief een belangrijk rol te kunnen spelen en om nieuwe ideeën te ontwikkelen. Zo kunnen we de internationale concurrentiewedstrijd beter aan. De laatste jaren hebben we gespecialiseerde kennis, ideeën en visies over radio-interferometrie opgebouwd in Nijmegen. Nu kunnen we die hier vasthouden en concentreren. Zo kunnen we vanuit ons lab ook langdurig de juiste partijen uit wetenschap en industrie aan elkaar koppelen en nieuwe samenwerkingen stimuleren, om zo fundamentele wetenschap en maatschappij verder te helpen.'