Reinier Stroo, bestuurder FNV Transport en Logistiek: "Dit kabinet heeft de strijd aangebonden met schijnconstructies. Dit is een stuitend voorbeeld van foute constructies waardoor werkgevers de normale afdrachten ontlopen en dit moet direct worden stop gezet."
FNV-bestuurder Stro: "Deze overeenkomst heeft PostNL jarenlang met de Belastingdienst gehad en heeft geleid tot de huidige situatie bij PostNL. Daar werken duizenden pakketbezorgers die alleen in naam zelfstandig zijn, maar overigens alle kenmerken van een werknemer hebben, zonder de rechten die werknemers hebben." De schrijnende situatie van de pakketbezorgers en de geheime deal tussen de Belastingdienst en PostNL kreeg vandaag uitgebreid aandacht in de Volkskrant.
Staatssecretaris Wiebes heeft eerder een voorstel gedaan om tot modelovereenkomsten te komen. Daarmee zouden schijnconstructies moeten worden tegen gegaan. De FNV wijst dit voorstel af en wordt in dat standpunt gesterkt door de deal tussen Post NL en de Belastingdienst.
De bezwaren van de FNV zijn onder meer dat in het voorstel van Wiebes de Belastingdienst de overeenkomst vooraf beoordeelt en de vakbonden daar niet bij betrokken worden. Bovendien blijven de overeenkomsten geheim. Dat is in het verleden ook zo gegaan bij PostNL constateert FNV Transport en Logistiek. De FNV vindt dat het probleem met schijnzelfstandigheid opgelost moet worden via de arbeidswetgeving en niet via de belastingwetgeving. Daarbij moet het ontstane grijze gebied tussen een werknemer en een echte zelfstandige verdwijnen.
Stroo: "De onderhandelingen die wij met PostNL voeren over de positie van de pakketbezorgers lopen niet goed omdat PostNL door de vrijwaring van Wiebes, geen enkel risico loopt. Want als de pakketbezorgers van PostNL geen schijnzelfstandigen zijn, mag ik dan weten wie er in dit land wel schijnzelfstandige is?”
FNV Transport en Logistiek legt op dit moment de laatste hand aan een onderzoeksrapport over de schimmige praktijken bij de pakketdiensten. Stroo:"Binnen 2 weken wordt dit rapport verwacht, waarna het aan de Tweede Kamer en aan Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt aangeboden.”