Op de bewuste vrijdag 28 maart staat Marina achter de toonbank als de jongste overvaller Abdel H. voor de deur staat. Ze laat hem binnen en hij wil informatie over een horloge en steentjes die hij in de ring van het horloge wil laten zetten. Marina loopt naar achter om haar man te halen. Nadat Willy Abdel te woord staat, gaat opnieuw de bel. Voor de deur staat een oudere man met een map onder zijn arm. Willy denkt dat het een vertegenwoordiger is en opent de deur. Volgens Kuijpers weet Willy direct dat het mis is.
De tweede man trekt een vuurwapen met geluidsdemper en spuit peperspray in het gezicht van Willy. De juwelier gaat in gevecht met de overvaller om het wapen af te pakken. 'Hij komt op de grond terecht en wordt geschopt. Later stond een afdruk van de rubberzool van een van de overvallers nog in zijn gezicht. Het merk van de schoen was bijna te lezen, zo hard is hij geschopt. Maar hij heeft niets gevoeld, ook niet van de pepperspray. Hij vertelde me dat hij maar aan één ding dacht: ik moet overleven,' aldus Kuijpers.
Marina ziet op de bewakingsbeelden dat het mis gaat in de winkel. Kuijpers: 'Ze hoort hoe een van de overvallers roept "schiet hem kapot, schiet hem kapot" en denkt dat haar man wordt afgemaakt. Ze pakt uit een ruimte onder de kassa-lade een Russisch pistool, dat iemand in het uitgaanswereldje aan Willy had aangeboden nadat het paar al eens was overvallen, en wil de winkel in.'
De vrouw krijgt de deur naar de winkel in eerste instantie niet open en schiet door de deur heen. Nadat de deur op een kier staat, schiet ze nogmaals. Nadat ze de deur helemaal open kreeg, kwam Marina oog in oog met de gewapende overvaller te staan. Volgens Kuijpers richten beide het vuurwapen op elkaar, maar Marina schoot eerder. De andere overvaller bleek te zijn overleden door kogels die zij eerder afvuurde.
Volgens Kuijpers doet het juweliersechtpaar hun verhaal omdat zij door een hel gaan en in blinde paniek hebben gehandeld. 'Ze willen rust. Ze willen geen demonstraties, geen extreemrechtse spandoeken, geen klopjacht op de mogelijke derde overvaller. Er is niet geschoten op twee Marokkaanse jongens, maar op twee overvallers. En dat vergeet een deel van Nederland. Daarom willen ze nu hun verhaal vertellen'.