maandag, 10. november 2014 - 11:03 Update: 10-11-2014 11:57

Vrijheid van godsdienst is controversieel grondrecht geworden

Vrijheid van godsdienst is controversieel grondrecht geworden
Foto: Archief EHF
Tilburg

Uitingen van religie mogen geen speelbal zijn van de politiek, de publieke opinie of bepaalde antigodsdienstige sentimenten, in het bijzonder niet omdat het om een grondrecht gaat. Dat concludeert dr. Henk Post in het proefschrift waarop hij op 19 november promoveert aan Tilburg University.

Post analyseerde hoe de vrijheid van godsdienst wordt uitgeoefend in de moderne democratische samenleving zoals de Nederlandse, waarin dit grondrecht controversieel is geworden.

Rond de uitoefening van godsdienstvrijheid doen zich in onze samenleving allerlei conflicten voor. Denk aan kwesties als het boerkaverbod, de religieuze slacht en gewetensbezwaarde trouwambtenaren, waar tot in de rechtszaal toe uitspraken over zijn gedaan. Henk Post bestudeerde deze en andere actuele kwesties waarbij christelijke, joodse of islamitische gelovigen zijn betrokken. De vraag is steeds welke ruimte een gelovige of groep van gelovigen krijgt om zijn/haar religieuze identiteit te uiten in gedrag, kleding en acceptatie van anderen.

Post constateert dat de wijze waarop onze constitutionele orde de vrijheid van godsdienst waarborgt, dynamisch en complex is geworden. Het zedelijk en levensbeschouwelijk beoordelingspatroon is de afgelopen vijftig jaar veranderd van een gezamenlijk waarden- en normenpatroon naar een variëteit van beoordelingspatronen die deels religieus en deels seculier van aard zijn. Onze democratie moet iets waarmaken dat op het eerste gezicht onmogelijk lijkt, namelijk dat burgers met sterk uiteenlopende overtuigingen, normen en levensstijlen op een vreedzame wijze met elkaar samenleven op basis van een gezamenlijk goedgekeurde rechtsorde binnen de staat. Regelmatig moet de rechter een uitspraak doen, en de overheid als wetgever beïnvloedt de realisatiemogelijkheden.

Men kan het recht op vrijheid van godsdienst niet claimen zonder dat men dit recht aanvaardt van de ander. Daarin ligt volgens Post de spanning die onze rechtsorde moet oplossen. In elk rechtsconflict is het volgens hem cruciaal dat het grondrecht een kern bevat die absoluut is, ook al hangt het mede van de context af wat deze kern is. Uiteindelijk wordt deze kern bepaald door het eerbiedigen van de waardigheid van de mens. De individuele persoon heeft als mens recht op bescherming van zijn levensovertuiging, ongeacht welke inhoud deze overtuiging heeft, en uiteraard voor zover deze overtuiging de rechten en vrijheden van andere burgers respecteert.

Symposium
’s Middags na de verdediging vindt een symposium plaats in Ede, met als sprekers onder meer dr. Odile Verhaar, senior beleidsadviseur bij het College voor de Rechten van de Mens, en prof. dr. Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar Nederlands en Europees constitutioneel recht Tilburg University.

Dr. Henk A. Post (1952) is afgestudeerd in de bedrijfskunde (1976), gepromoveerd in de economische wetenschappen (1995), de theologie (2006) en de letteren (2009). Hij heeft gewerkt in het bedrijfsleven en is aan twee universiteiten verbonden geweest. Naast zijn wetenschappelijke werk is hij actief binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Dit boek is een vervolg op twee eerdere boeken op het terrein van de godsdienstvrijheid, verschenen in 2010 en 2011.

Categorie: