De 51-jarige verdachte die tot nu toe niets heeft willen verklaren, beriep zich ook voor de rechter op zijn zwijgrecht. De volgende zitting, eveneens pro forma, zal plaatsvinden op 19 januari 2015 om 10.00 uur. Dit heeft het Openbaar Ministerie maandag bekendgemaakt.
Omdat de verdachte tot nu toe zwijgt, heeft de officier van justitie de rechtbank voorafgaande aan de zitting gevraagd een bevel medebrenging af te geven zodat hem ter zitting gevraagd kan worden wat zijn proceshouding zal zijn. De verdachte, die zodoende aanwezig was, volhardde in zijn houding om geen antwoord te geven op vragen.
Verdachte worden drie verkrachtingen ten laste gelegd
Op de voorlopige tenlastelegging staan drie feiten: een verkrachting op 15 september 1995 in een weiland aan het Vagantenpad in Bunnik, op 26 september 1995 in park Bloeyendaal aan de Archimedeslaan in Utrecht en op 24 oktober 2001 in het Heidepark te Bilthoven. Het DNA-profiel uit deze drie zaken komt overeen met het DNA-profiel van de verdachte. Zijn DNA is afgenomen naar aanleiding van een veroordeling op 19 maart 2014 voor diefstal van twee fietsen. Op 3 juni van dit jaar werd celmateriaal van de verdachte afgenomen en op 15 juli werd de vastgestelde DNA-match aan het Openbaar Ministerie doorgegeven.
Op 16 juli werd de verdachte aangehouden, aansluitend en 12 augustus vonden er doorzoekingen plaats in zijn woning in Nieuwegein. De verdachte is in de periode van 17 juli tot en met 12 augustus een aantal malen verhoord. Na zijn aanhouding zijn tientallen personen uit zijn omgeving gehoord zoals familieleden, relaties, vrienden en kennissen, oud buurtbewoners en oud collega’s.
Naast dit tactische onderzoek wordt er op dit moment forensisch onderzoek verricht, zowel naar de drie feiten die voorlopig ten laste zijn gelegd als naar de andere aangiftes die toentertijd werden toegeschreven aan de Utrechtse serieverkrachter. Dit onderzoek neemt veel tijd in beslag, onder meer omdat het sporen betreft van bijna 20 jaar oud.
Na het forensisch onderzoek, zal mogelijk aanvullend tactisch onderzoek nodig zijn en zal de verdachte over de bevindingen worden gehoord. Ten slotte acht de officier van justitie ook een persoonlijkheidsonderzoek nodig wanneer het volledige onderzoek naar de feiten is afgerond. Dit alles zal maanden tijd vergen. In de visie van de officier moet de verdachte gedurende het onderzoek in voorarrest blijven.