De Stichting Bescherming Burgerrechten en een particulier hadden in een kort geding bij de rechtbank Den Haag gevraagd om een rectificatie, omdat de minister in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 onder meer had getwitterd 'Ik roep niet op om een #stemfie te maken, maar het mag wel.'
Volgens de eisers maken stemfies inbreuk op het stemgeheim, omdat kiezers daarmee kunnen laten zien wat zij hebben gestemd en derden hiermee (controleerbaar) invloed kunnen uitoefenen op de uit te brengen stem.
De rechter is van oordeel dat de eisers terecht de aandacht vragen voor nadelen van stemfies.
Deze nadelen wegen zwaarder dan de voordelen die ook aan het gebruik van stemfies verbonden zijn, zo oordeelt de rechter.
Het feit dat deze nadelen zwaarder wegen, hebben volgens hem echter niet tot gevolg dat stemfies verboden zijn. De bewoordingen van de minister zijn dus niet onjuist en daarmee niet onrechtmatig. De rechter laat in het midden of hetgeen de minister heeft gezegd, gelet op het belang van het stemgeheim, verstandig is geweest.
Europese verkiezingen
De eisers wilden verder bereiken dat de minister voor de naderende verkiezingen voor het Europese Parlement maatregelen zou nemen om het maken van stemfies te ontmoedigen. Aangezien de Staat heeft aangekondigd om via posters in stemlokalen kiezers erop te wijzen dat zij niet bekend hoeven te maken op wie zij hebben gestemd, ziet de rechter geen reden om de Staat te dwingen om aanvullende maatregelen te nemen.