Wel zal in de voorlichting bij volgende verkiezingen opnieuw worden benadrukt dat het stemgeheim een groot goed is en niemand zich ook maar enigszins gedwongen moet voelen bekend te maken op wie hij of zij heeft gestemd. De verkiezing voor de Nederlandse leden van het Europees Parlement en de gemeenteraad zijn over het algemeen goed en zonder grote incidenten verlopen.
Dit blijkt uit de evaluatie van beide verkiezingen die minister Plasterk vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Hierbij zitten ook de evaluaties van de experimenten met het centraal tellen van stemmen en met een nieuw model stembiljet voor kiezers uit het buitenland, en de reactie op het advies van de Kiesraad naar aanleiding van beide verkiezingen.
Stemfie
De stemfie kwam tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in maart op als nieuw fenomeen. Zoals sindsdien door de rechter bevestigd is deze niet in strijd met de wet. Minister Plasterk deelt het standpunt van de Kiesraad dat het stemgeheim een van de belangrijkste waarborgen is van het verkiezingsproces, maar heeft geen aanwijzingen dat er stemfies onder dwang of als bewijs van een verkochte stem zijn gemaakt. Bovendien zijn dwang en omkoping al strafbaar. Ook is de vraag of een verbod wel te handhaven is. Daarom is de minister op dit moment geen voorstander van het wijzigen van de Kieswet om de stemfie te verbieden.
Gemeenteraadsverkiezingen
In 380 van de 403 gemeenten is een nieuwe gemeenteraad gekozen. De gemiddelde opkomst was 54 procent, tegenover 54,13 procent in 2010. Bij 5 gemeenten is geëxperimenteerd met het centraal tellen van de stemmen. Dit is goed verlopen. Centraal tellen biedt kansen om de kwaliteit van de stemopneming te verbeteren en de minister wil dan ook het aantal gemeenten dat aan de experimenten kan deelnemen vergroten.