Hoge celstraf geëist tegen Pool die vriendin in stukken heeft gezaagd

Op 20 mei 2013 maakte een vriend van de vrouw bij de politie melding van haar vermissing. De man was de dag ervoor met de vrouw gaan duiken en had haar sinds 18.30 uur de vorige avond niet meer via de gsm kunnen bereiken. Dat was volgens hem ongebruikelijk. Ook vertelde hij dat de vrouw in scheiding lag en dat haar man het hier heel moeilijk mee had. De politie had vervolgens de woning van de verdachte en zijn vrouw bezocht, waar niemand werd aangetroffen. Toen de vriend de dag er na, op 21 mei nogmaals de politie benaderde omdat de vrouw nog altijd spoorloos was en ook niet op haar werk was verschenen, besloot een officier van justitie om toestemming te verlenen om de voordeur van de woning te forceren. Opnieuw werd de vrouw niet aangetroffen. Hierop besloot de politie om de echtgenoot van de vermiste vrouw uit te nodigen op het politiebureau.

Aanhouding
De man werd vervolgens aangehouden omdat hij zich op weg naar de afspraak die hij had op het politiebureau in Alphen verdacht gedroeg. Terwijl hij in zijn auto reed, telefoneerde hij de hele tijd en gooide hij spullen weg die de politie in zijn auto had zien liggen, waaronder een plastic zak met schoonmaakartikelen en slippers. Hierop bleek later bloed te zitten. Ook had hij zichtbare verwondingen in zijn gezicht en op zijn handen en had hij geen melding gemaakt van de vermissing van zijn echtgenote.

Tijdens het inmiddels gestarte forensisch onderzoek in de woning van de verdachte werden in de gang bloedsporen aangetroffen. Ook in de auto van verdachte werd op verschillende plaatsen bloed aangetroffen dat na DNA-onderzoek van zijn echtgenote bleek te zijn. Toen op woensdag 22 mei 2013 in een sloot in Weteringbrug verschillende lichaamsdelen werden aangetroffen van vermoedelijk een vrouw, werd al snel de link gelegd met de nog altijd vermiste Poolse vrouw. Twee dagen later kon dankzij DNA-onderzoek worden vastgesteld dat de aangetroffen lichaamsdelen inderdaad van de vermiste Poolse vrouw waren

Verklaring verdachte
De verdachte ontkent zijn echtgenote om het leven te hebben gebracht. Het echtpaar zou al enige tijd huwelijksproblemen hebben gehad. Op 19 mei 2013 ontving de verdachte een email van de advocaat van zijn vrouw, met het bericht dat hij op 1 juni de woning moest verlaten. De verdachte heeft aangegeven dat er naar aanleiding van dit bericht een hevig gevecht tussen de verdachte en zijn vrouw plaatsvond in de slaapkamer van hun woning. De verdachte zegt tijdens dit gevecht naar de woonkamer te zijn gevlucht en daar te hebben gedronken, waarop hij in slaap viel. De volgende dag zou hij zijn overleden echtgenote hebben ontdekt. De verdachte zegt toen in paniek te zijn geraakt en het huis te zijn ontvlucht. Toen hij later terug kwam, besloot hij om het lichaam in stukken te zagen en op verschillende locaties in het water achter te laten.

De officier van justitie gaat er op basis van de bewijsmiddelen in het dossier van uit dat de verdachte zijn vrouw om het leven heeft gebracht en gelooft het verhaal van de verdachte niet. Zo zijn er meerdere aanwijzingen dat zij in de woning door een misdrijf om het leven is gekomen, is uit niets gebleken dat er een ander persoon in de woning is geweest die de vrouw om het leven zou hebben gebracht en kan de verklaring van de verdachte op meerdere punten, gelet op objectieve gegevens, niet kloppen.

Doodsoorzaak
Het onderzoek aan de lichaamsdelen van de vrouw leverde geen exacte doodsoorzaak op. Op het lichaam van de vrouw waren sporen van geweld zichtbaar en uit toxicologisch onderzoek kwam naar voren dat zij vermoedelijk is overleden door verstikking. Omdat het een gezonde 32 jarige vrouw betrof, het onderzoek verder geen aanwijzingen opleverde voor natuurlijk overlijden, een ongeluk of zelfdoding en de verdachte verklaard heeft over een gevecht, over "iets verschrikkelijks" dat zou hebben plaatsgevonden waarvoor hij zijn excuses aanbiedt, gaat de officier van justitie ervan uit dat de vrouw door geweld om het leven is gekomen

Ernst van de feiten
De officier van justitie benadrukte tijdens de zitting dat de wijze waarop de verdachte het lichaam van zijn vrouw in stukken heeft gezaagd, heeft verpakt en in het water heeft gegooid niet te bevatten is en de zaak nog gruwelijker maakt. De officier verwijt de verdachte kil en berekenend te hebben gehandeld, door na het in stukken zagen van het lichaam de woning schoon te maken en een dag later gewoon te gaan werken. Door zijn handelen hebben de nabestaanden van de vrouw bovendien niet op gepaste wijze afscheid kunnen nemen van de vrouw.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.