Het gerechtshof heeft in de uitspraak de vonnissen van de rechtbank Middelburg vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat niet is gebleken dat de voorwaarden waaronder Checkpoint soft drugs mocht verkopen, zoals Checkpoint deze redelijkerwijs mocht begrijpen, waren overtreden. Volgens de richtlijnen van het Openbaar Ministerie wordt een coffeeshop die zich aan de gedoogvoorwaarden houdt, niet vervolgd voor deze verkoop. Het hof heeft het Openbaar Ministerie daarom niet ontvankelijk verklaard in de vervolging wegens de verkoop van softdrugs.
Wel veroordeling voor in voorraad hebben van grote hoeveelheden softdrugs
De richtlijnen sluiten echter niet uit dat de eigenaar en/of de medewerkers van een coffeeshop worden vervolgd wegens het in voorraad hebben van grote hoeveelheden softdrugs. Daarvan is in deze zaak ook gebleken. De eigenaar en medewerkers, voor zover die thuis hennep bewerkten of voorraden opsloegen, zijn door het hof voor deze feiten dan ook veroordeeld.
Omdat coffeeshop Checkpoint jarenlang werd gefaciliteerd en gestimuleerd door de overheid, die van de noodzaak tot inkoop en opslag van grote hoeveelheden soft drugs geweten heeft, ziet het hof geen aanleiding de vervolgde eigenaar/medewerkers straf op te leggen. Daarbij heeft het hof de persoonlijke situatie van de betrokkenen en de lange duur van de strafrechtelijke procedure mede betrokken.
Geen criminele organisatie
De eigenaar en de medewerkers van coffeeshop Checkpoint werden ook vervolgd wegens het vormen van een criminele organisatie. Omdat het Openbaar Ministerie vermoedde dat op de achtergrond een grote criminele organisatie Checkpoint in stand hield, was deze beschuldiging onder de verwijten opgenomen. Tijdens het vooronderzoek is echter gebleken dat zo’n organisatie zich niet voordeed. Niettemin heeft het Openbaar Ministerie deze beschuldiging gehandhaafd. Het hof acht deze beslissing, gelet op alle omstandigheden, in strijd met een redelijke en billijke belangenafweging en heeft het Openbaar Ministerie ten aanzien van deze beschuldiging daarom niet ontvankelijk verklaard.
Procedures
Naar deze coffeeshop is in 2007 een onderzoek gestart dat ertoe heeft geleid dat in 2009 een aantal verdachten werd vervolgd voor de rechtbank Middelburg, die de verdachten heeft veroordeeld voor het voorhanden hebben, bewerken en verkopen van softdrugs en voor deelneming aan een criminele organisatie. Van de vonnissen die door de rechtbank Middelburg in 2010 zijn gewezen, is door het Openbaar Ministerie en door een aantal van de verdachten hoger beroep ingesteld. In 2012 is door het gerechtshof Den Haag in alle zaken het Openbaar Ministerie alsnog in de strafvervolging niet ontvankelijk verklaard. Deze uitspraken zijn op 2 juli 2013 vernietigd door de Hoge Raad. De afhandeling van het hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Middelburg werd door de Hoge Raad vervolgens opgedragen aan het gerechtshof Amsterdam.