Bij een acuut hartinfarct ondergaat een patiënt in Nederland een dotterbehandeling: de verstopte kransslagader wordt vrijgemaakt en de interventiecardioloog plaatst in de ader een stent (een buisje dat het bloedvat openhoudt). Het dotteren is een succesvolle ontwikkeling, die sinds de jaren negentig vele levens heeft gered. Jaarlijks krijgen in Nederland zo’n 15.000 mensen een acuut hartinfarct.
Niet alleen succesverhaal
Dotteren is echter niet alleen een succesverhaal, zo blijkt uit een uitvoerige literatuurstudie door Ryanne Betgem, geneeskundestudente (master) bij VUmc en Guus de Waard, onderzoeker bij VUmc. Zij publiceren deze week samen met collega’s van VUmc in het gerenommeerde vaktijdschrift Nature Reviews Cardiology.
De dottertherapie is weliswaar zeer succesvol, maar 30 tot 50% van alle behandelde patiënten ontwikkelt daarna ernstig hartfalen, mede veroorzaakt door een bloeding in de hartspier. “Hier zijn we pas sinds kort achter en er is nog geen behandeling voor deze enorme groep patiënten”, zegt Betgem. “De behandeling van het acute hartinfarct is dus niet zo effectief als we altijd hebben gedacht.”