Vooral de avondspits is verminderd: 5 procent in termen van reistijd, de tijdwinst in de ochtendspits is 3 procent. Het betekent dat de avondspits niet meer zwaarder is dan de ochtendspits, zoals in 2004–2007 nog het geval was. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS op basis van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) en Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON).
Ondanks verbeteringen nog steeds zware spits rond grote steden
De regionale verschillen in reistijd in de spits zijn groot. Gebieden met nog steeds een zware spits zijn Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Flevoland. Vooral Den Haag blijft een zware ochtend- en avondspits houden met respectievelijk ruim 4 en 6 minuten extra reistijd. Toch zijn ook daar de reistijden in de spits verbeterd. De ochtendspits is 2 minuten korter, de avondspits een halve minuut. Voor Amsterdam is de avondspits zelfs sterk verminderd. Het reizen in de avondspits is nauwelijks nog trager dan het reizen buiten de spits terwijl de extra reistijd eerder 4,5 minuut was. In de ochtendspits is de extra reistijd met een minuut gedaald naar 3,5 minuut extra reistijd. Dit is op een gemiddelde afstand van 25 km, kleine afstanden tot 5 km zijn niet meegenomen. De gemiddelde extra reistijd maakt het moeilijker de reisduur van te voren in te schatten door onvoorziene vertragingen.
In sommige zware-spitsgebieden gaat het reizen in de spits echter niet sneller dan tien jaar geleden. Groot-Rijnmond bijvoorbeeld, het gebied rond Rotterdam, blijft een zware avondspits houden met 6 minuten extra reistijd. De ochtendspits is wel iets lichter met 2,5 minuut extra reistijd. In enkele gebieden is in de spits geen enkele tijdwinst geboekt, bijvoorbeeld in Oost-Groningen, Delft en Westland, Arnhem/Nijmegen en Zuid-West-Overijssel.