Boete voor machinist die door rood reed

De Intercity-trein vanaf de Hanzelijn richting Zwolle kwam die dag na het passeren van het rode sein terecht op een spoor bestemd voor een trein vanuit Amersfoort. Doordat bij deze twee samenkomende sporen een systeem van “flankzonebewaking” is toegepast, sprong na deze rood sein passage het sein voor de trein uit Amersfoort meteen op rood. De machinist van deze trein heeft daarop direct geremd, waardoor hij ruim 200 meter vóór het punt van een mogelijke botsing tot stilstand kwam.

Volgens de Regeling spoorverkeer dient een trein bij een geel sein de snelheid te verlagen tot maximaal 40 km/uur om tijdig voor een eventueel rood sein tot stilstand te kunnen komen. In dit geval passeerde de trein het rode sein met 94km/uur. Uit het onderzoek naar het incident bleek dat de machinist na het passeren van het gele sein slechts een lichte remming inzette. Die lichte remming was te weinig om op tijd stil te staan voor het rode sein dat volgde.

De ILT vindt ook dat de NS sneller zou moeten besluiten over maatregelen om het risico te beheersen dat een machinist onvoldoende remt bij een geel sein.

Uit het onderzoek bleek dat de ATB-vv ter plaatse niet werkte zonder dat dat door ProRail was opgemerkt. In dit geval maakte het niet-werken geen verschil omdat de trein harder reed dan de snelheid waarbij de ATB-vv in zou hebben gegrepen. Bij een steekproef door de ILT bleken vier van de 117 gecontroleerde installaties niet te functioneren. Prorail is inmiddels begonnen met de aanleg van een systeem om het functioneren van de ATB-vv installaties te monitoren.

De ILT constateert verder dat het flankzone-beveiligingssysteem wel goed heeft gewerkt. Door dat systeem wordt een trein tijdig met een rood sein gewaarschuwd, als op een ander spoor een trein door rood rijdt.