woensdag, 28. mei 2014 - 14:42 Update: 03-07-2014 0:35

AFM:banken moeten MKB helpen met derivaten

Foto van appel en Euromunten | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Amsterdam

Van de ongeveer 17.000 uitstaande rentederivaten bij niet-professionele MKB-ondernemingen waarvan het onderliggende bedrag aan financiering waar deze derivaten betrekking op hebben rond de 26 miljard euro ligt, bedroeg de huidige waarde in april 2014 2,7 miljard euro negatief.

Dit blijkt woensdag uit onderzoek dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft gedaan naar de omvang van mogelijke problemen met rentederivaten bij het niet-professionele midden- en kleinbedrijf (MKB) en de manier waarop banken hier mee omgaan. De AFM heeft hiervoor een uitvraag gedaan bij de grootste aanbieders van rentederivaten aan het niet-professionele MKB.

Aandachtspunten rentederivatendienstverlening
Begin 2014 heeft de AFM op basis van onderzoek naar de rentederivatendienstverlening bij niet-professionele MKB-ondernemingen de banken aanbevelingen gedaan om tot betere rentederivatendienstverlening te komen. Uit het onderzoek dat aan de aanbevelingen ten grondslag lag kwamen verschillende aandachtspunten naar voren die mogelijk in bepaalde gevallen tot een niet-passende of onzorgvuldige dienstverlening aan niet-professionele MKB-ondernemingen hebben geleid.

De AFM vindt dat er snel zicht moet komen in de mate waarin in individuele gevallen sprake is geweest van niet-passende en/of onzorgvuldige dienstverlening. Banken hebben aangegeven op redelijke termijn hun dienstverlening met betrekking tot in het verleden afgesloten rentederivaten te herbeoordelen aan de hand van de bestaande wettelijke normen. De AFM ziet erop toe dat de juiste aspecten in deze herbeoordeling worden meegenomen en dat prioriteit wordt gegeven aan situaties die een groter risico voor de MKB-onderneming opleveren.

Uitstaande rentederivaten vooral renteswaps
Het aantal ondernemingen dat een rentederivaat heeft is lager dan 17.000. Dit komt doordat één onderneming soms meer dan één derivaat heeft afgesloten. Met de derivaten dekken de ondernemingen (gedeeltelijk) het renterisico af van financieringen met een totaalbedrag van €26 miljard. Dit komt neer op een gemiddeld onderliggend bedrag per derivaat van €1,5 miljoen.

Hoewel het vrijwel altijd financieringen met een bedrag van meer dan €250.000 betreft, verschillen de gemiddelde bedragen per afgesloten derivaat en per type derivaat per bank. Ruim 90% van de derivatenposities bij het MKB is afgesloten door drie banken. Negen van de tien uitstaande rentederivaten bij niet-professionele MKB-ondernemingen zijn renteswaps, waarbij een onderneming een variabele rente ruilt voor een vaste rente, en caps, waarbij de marktrente gemaximeerd wordt.

De totale waarde van alle uitstaande derivaten aan het niet-professionele MKB was in april 2014 €2,7 miljard negatief. Het feit dat de actuele waarde van een derivaat negatief is, levert niet per definitie problemen op aangezien de waarde van een derivaat naar nul gaat met het verstrijken van de (loop)tijd. Een negatieve waarde van een derivaat kan wel een probleem veroorzaken bij tussentijdse extra aflossing of beëindiging van het onderliggende krediet en/of het derivaat. De gevolgen zijn dan deels dezelfde als die van vroegtijdige beëindiging van een financiering met vaste rente en looptijd. Ruim 70% van alle lopende derivaten heeft een resterende looptijd van korter dan 5 jaar. Een gering deel loopt nog langer dan 10 jaar.

Zicht op mogelijke acute problemen
De AFM vindt verder dat er snel zicht moet komen op de acute problemen bij die MKB ondernemingen die een derivaat hebben dat niet (langer) aansluit bij hun situatie. In deze gevallen kunnen MKB-ondernemingen financiële schade lijden, bijvoorbeeld wanneer het derivaat voortijdig beëindigd wordt of een hoger onderliggend bedrag afdekt dan de bijbehorende financiering (overhedges).

In gevallen dat dienstverlening in het verleden niet-passend en/of onzorgvuldig is geweest verwacht de AFM van banken dat zij oplossingen bieden. Van banken mag immers verwacht worden dat zij het belang van de klant centraal stellen, ook als de klant een MKB-onderneming is. Daarnaast hebben enkele ondernemingen dringende continuïteitsproblemen.

’Passende oplossingen banken’
De AFM verwacht van banken dat zij deze gevallen voorrang geven bij het beoordelen van de passendheid van de dienstverlening en, indien nodig, het vinden van passende oplossingen. Uit het AFM onderzoek blijkt dat het aantal niet-professionele MKB-ondernemingen dat een rentederivaat heeft en onder zogenoemd bijzonder beheer bij een bank valt, ongeveer 1400 bedraagt (4% van het totale aantal niet-professionele MKB-ondernemingen in bijzonder beheer).

Onderzoekspopulatie
Het onderzoek van de AFM spitste zich specifiek toe op de dienstverlening aan het als niet-professioneel geclassificeerde MKB. Het overgrote deel van het MKB valt in deze categorie. Een ondernemer kan als professioneel worden aangemerkt als hij voldoet aan minstens twee van de drie volgende vereisten: balanstotaal van meer dan 20 miljoen euro, omzet van meer dan 40 miljoen euro, een eigen vermogen van 2 miljoen of meer. In het kader van transparante verslaglegging verwacht de AFM van MKB-ondernemingen overigens dat zij in hun vennootschappelijke jaarrekening inzicht geven in de hoofdsom en actuele waarde van lopende rentederivatencontracten.

Categorie:
Tag(s):