De advocaten van Prakken d’Oliveira hadden geklaagd omdat zij vermoedden al jarenlang door de AIVD te worden afgeluisterd. Uit het door de minister overgenomen advies van de commissie van toezicht blijkt dat de AIVD inderdaad vaak gesprekken tussen cliënten of derden met de advocaten heeft afgeluisterd, waarbij ‘communicatie die evident niet als relevant voor enig onderzoek van de AIVD kan worden beschouwd’ is uitgewerkt.
Prakken d’Oliveira zegt geschrokken te zijn over de informatie die nu door de minister bekend is gemaakt. Volgens het advocatenkantoor is het in een democratische rechtstaat noodzakelijk dat burgers in vertrouwen met hun advocaat kunnen spreken, ook als zij mogelijk voorwerp van onderzoek zijn van de AIVD. Prakken d’Oliveira acht aanpassing van de regelgeving dringend noodzakelijk.