De homoacceptatie is met name beperkter bij de kleinere protestante groepen en moslims. Meer dan de helft van de moslims (53%) en ‘overig’ gereformeerden (58%) geeft bijvoorbeeld aan dat homoseksualiteit (bijna) altijd verkeerd is.
Drie kwart van de Turkse en Marokkaanse groep heeft problemen wanneer hun kind zou samenwonen met een partner van hetzelfde geslacht. Bij de Surinaamse en Antilliaanse groep is dit één op drie, onder autochtonen één op zes.
Over het algemeen staat de tweede generatie wat positiever ten aanzien van homoseksualiteit dan de eerste. Dit geldt niet of nauwelijks voor houdingen ten aanzien van homoseksualiteit binnen het gezin. Een derde van de Turkse en Marokkaanse scholieren zegt dat een LHB’er zou mogen behoren tot de vriendenkring. Bij andere niet-westerse scholieren is dit twee derde, bij autochtone scholieren drie kwart.