Het betreft hierbij een hoger beroepsprocedure waarin enkele belastingplichtigen beroep hebben aangetekend tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting van de belastinginspecteur. In deze zaak zijn twee rijksambtenaren opgeroepen om als getuigen te verschijnen. Aan hen is door de belastingplichtigen verzocht de naam van een tipgever prijs te geven. Beide ambtenaren hebben dat geweigerd, zich daarbij beroepend op hun geheimhoudingsplicht, die volgens hen ook een verschoningsrecht mee zou brengen.
Geen verschoningsrecht
Ook nadat beide getuigen tijdens de zitting van de belastingkamer van het gerechtshof erop zijn gewezen dat hen geen verschoningsrecht toekwam en zij als getuigen verplicht waren om ook op deze vraag te antwoorden, wilden zij de naam van de tipgever niet noemen.
Verzocht om aangifte
De belastingplichtigen hebben het gerechtshof vervolgens verzocht aangifte te doen. Bij een verdenking als deze (misdrijf door/namens de overheid, als bedoeld in artikel 162 Wetboek van Strafvordering) is het gerechtshof verplicht aangifte te doen.