Van den Berg en de zijnen vergeleken hoe het patiënten met niet-kleincellige longkanker was vergaan in de periodes 2004-2005 en 2008-2010. Het percentage patiënten dat binnen 3 maanden na de laatste kuur overleed steeg van 29 naar 48 procent. Dit wijst erop dat deze Zwolse patiënten langer werden doorbehandeld. In deze groep leidde langer doorbehandelen niet tot langer overleven.
Het nadeel van (te) lang doorbehandelen is dat patiënten zich niet goed kunnen voorbereiden op de stervensfase, zo zeggen de onderzoekers. Zij vinden het dan ook nodig dat er meer aandacht komt voor de mogelijke negatieve kanten van behandelen met chemotherapie, zoals meer ziekenhuisopnames en minder tijd tussen behandeling en overlijden. In de Isala klinieken is daarvoor een verpleegkundig specialist opgeleid, die zich bezighoudt met palliatieve zorg. Die zorg moet volgens Van den Berg e.a. al beginnen als de diagnose wordt gesteld, niet pas op het moment dat ‘chemotherapeutische mogelijkheden zijn uitgeput’.