De korpsleiding benadrukt de complexiteit van het politiewerk, waarin veel verschillende factoren een rol spelen bij de beoordeling van elke situatie. De aanname van Amnesty Nederland dat de Nederlandse politie meer dan incidenteel en in toenemende mate etnisch profileert, is ongegrond en onjuist. Dit standpunt doet politiemensen ernstig tekort. Met alle bijbehorende risico’s strijden zij dagelijks tegen elke vorm van onrecht.
Afwegingen
Korpschef Gerard Bouman: ‘De kern van het politiewerk is onderscheid maken tussen goed en fout. Tussen wat wel en niet klopt. Een politieagent op straat kijkt daarom naar afwijkend gedrag. Zulke afwegingen hangen samen met veel factoren, zoals locatie, tijdstip of leeftijd, maar ook het uiterlijk en gedrag van personen of bijvoorbeeld het type voertuig. Recente gebeurtenissen en veiligheidsontwikkelingen in een specifieke wijk zijn eveneens van belang. Vanzelfsprekend tellen ook de professionele ervaringen van de agent mee. Al dit soort factoren kunnen doorslaggevend zijn bij het besluit om de ene persoon wel aan te spreken en een ander niet. De politie wijst etnisch profileren volledig af. Wij zoeken voortdurend verbinding met alle burgers. Ieders vertrouwen in het korps en de medewerkers is voor ons van groot belang.'
Volgens Amnesty
Volgens Amnesty Nederland worden etnische minderheden in Nederland vaker onderworpen aan politiecontroles dan oorspronkelijke Nederlanders. Etnisch profileren is een vorm van discriminatie en daardoor in strijd met de mensenrechten. Het vertrouwen in de politie wordt erdoor geschaad en dat maakt de criminaliteitsbestrijding minder effectief, stelt Amnesty in een nieuw rapport.
Amnesty constateert dat etnisch profileren plaatsvindt bij identiteits- en verkeerscontroles, preventief fouilleren en bij controles op illegaal verblijf. ‘Van de politie wordt tegenwoordig verwacht dat ze proactief optreedt. Etnische minderheden worden eerder als risico of ‘verdachte’ gezien. Daardoor worden zij vaker gecontroleerd of gefouilleerd. Dat hoeft niet altijd discriminerend te zijn‘, zegt Amnesty-directeur Eduard Nazarski, ‘maar wel als er geen objectieve rechtvaardiging voor is.’
Eerder al uitten diverse experts en internationale mensenrechtenorganen, waaronder het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties en de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie, hun zorgen uit over etnisch profileren in Nederland. Zij riepen de Nederlandse overheid op etnisch profileren tegen te gaan, en om de uitvoering van politietaken te monitoren. Tot nu toe heeft de Nederlandse overheid echter nauwelijks iets gedaan met deze aanbevelingen.