De rechter kan de vervolgingsbeslissing van het OM slechts in zeer beperkte mate toetsen, stelt de Hoge Raad. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het OM door de rechter niet-ontvankelijk worden verklaard. Zo’n uitzonderlijk geval doet zich voor wanneer het OM bij de verdachte het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat van vervolging zal worden afgezien of als de vervolgingsbeslissing onverenigbaar is met het verbod van willekeur. Van zulke gevallen is hier geen sprake. Het hof Amsterdam moet de zaak nu gaan behandelen.
De coffeeshop Checkpoint in Terneuzen werd jarenlang gedoogd door het plaatselijke bestuur met medeweten van het OM en kon uitgroeien tot de grootste coffeeshop van het land. Er waren duizenden bezoekers per dag, er waren 90 medewerkers in dienst en het bedrijf draaide een miljoenenomzet. De gedoogvoorwaarden werden daarbij stelselmatig overtreden. Zo was de aanwezige hoeveelheid softdrugs veel groter dan de toegestane hoeveelheid van 500 gram.
Op enig moment heeft het OM besloten vervolging in te stellen vanwege deze overtreding van de gedoogvoorwaarden. Het hof oordeelde dat het OM, door na jarenlang stilzitten zonder waarschuwing ineens vervolging in te stellen, handelde in strijd met het vertrouwensbeginsel.