Dit schrijft de Volkskrant woensdag. De resultaten van het onderzoek worden woensdag gepresenteerd.
De buit van de criminelen wordt dus niet naar de thuislanden gebracht, maar in Nederland verkocht op markten als de Zwarte Markt in Beverwijk, de Albert Cuijp in Amsterdam of op de markt op het Afrikaplein in Rotterdam. Vooral de Zwarte Markt is erg geliefd bij de Oost-Europese bendes. De criminelen zouden zich met tassen vol gestolen spullen melden op de marktdag in Beverwijk en daar onder de toonbank deals sluiten met Afghaansde verkopers. Die ontdoen de parfums, make-up en telefoons van stickers en streepjescodes die de herkomst kunnen verraden en bieden het roofgoed voor sterk gereduceerde prijzen te koop aan. De onderzoekers zeggen dat gesprekken met marktkooplieden deze gang van zaken hebben bevestigd. De wetenschappers reisden voor hun onderzoek, dat een jaar in beslag nam, naar Litouwen, Polen, Roemenië en Bulgarije, om te spreken met criminelen en de lokale autoriteiten. Uit de gesprekken kwam naar voren dat criminelen Nederland een aantrekkelijk land vinden om in te 'werken'. Onderzoekster en criminoloog Dina Siegel hierover in de Volkskrant: 'Ze vinden Nederlanders naïeve mensen. Nederlanders parkeren hun auto's op donkere plekken, laten hun ramen open en leggen hun telefoons op terrastafels. Dat maakt het makkelijk voor ze.'
Argumenten die Oost-Europese criminelen aanvoeren voor het plegen van hun misdaden zijn onder andere dat ze 'toch alleen van het systeem stelen'. De verzekering betaalt de gedupeerde West-Europeaan toch terug en zo is iedereen beter af. Een tweede argument om misdaden in West-Europa te plegen is het feit dat geld van EU bestemd voor bijvoorbeeld infrastructuur in Oost-Europa niet aankomt. Siegel in de krant: 'Het blijft hangen bij lokale corrupte politici. De criminelen besluiten het dan zelf maar in West-Europa te gaan halen.'