Om artsen meer zekerheid te geven dat de patiënt nog steeds achter zijn verklaring staat, zou deze verklaring jaarlijks moeten worden verlengd. Dit stellen zes artsen en wetenschappers dinsdag in een opiniestuk in Dagblad Trouw. Door de jaarlijkse verlenging heeft een arts meer houvast als een patiënt zijn wil niet meer kan uiten. Het gebeurt regelmatig dat iemand heeft aangegeven niet meer te willen blijven leven als hij bijvoorbeeld dement wordt, maar als het dan zover is, is hij niet meer in staat om deze wens te herhalen. Voor de arts wordt het dan moeilijk te bepalen of diegene nog steeds achter de euthanasiewens staat.
De zes artsen en wetenschappers zeggen in Trouw dat zo'n wilsverklaring bijvoorbeeld maar een geldigheid van 2 jaar zou mogen hebben en het liefst jaarlijks moet worden verlengd. Ook vinden zij het belangrijk dat arts en patiënt tijdens het ziekteproces over de wilsverklaring blijven spreken. Daarbij zou de beschikking schriftelijk moeten worden vastgelegd in het medisch dossier. De wilsverklaring is dan geen eenmalige uiting, maar een "levend document''.
Verder stellen de zes wetenschappers dat ook in een situatie van gevorderde dementie de patiënt nog momenten kan hebben waarin een gesprek mogelijk is. De arts kan daar met zijn bezoeken aan de patiënt op inspelen.
Het opiniestuk is ondertekend Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, oud-voorzitter van de artsenfederatie KNMG, Guy Widdershoven, hoogleraar medische filosofie en ethiek, Frans Verhey, hoogleraar neuropsychiatrie, Corrine Vreeling-van Braband, arts, Constance de Vries-Ekkers, huisarts en Frans van Wijmen, emeritus hoogleraar gezondheidsrecht.