Het nieuwe gebouw is duurzaam en energiezuinig. Er is gebruik gemaakt van duurzame materialen, het energieverbruik ten opzichte van de oude huisvesting is zo'n vijftig procent minder. Verwarming in de winter en koeling in de zomer gaat met 'betonkernactivering' via leidingen in vloeren en plafonds. Die zorgen voor een continue temperatuur. Een beetje bijverwarmen of afkoelen kan met kleine radiatoren of door de ramen open te zetten. In het nieuwe pand zijn ook afdelingen en diensten ondergebracht die vroeger versnipperd over Den Haag in verouderde panden zaten. Die zijn of worden nu verkocht of de huur is opgezegd.
Flexwerken
In het gebouw van de twee ministeries staat het nieuwe werken centraal. De ambtenaren hebben geen eigen vast bureau en vaste telefoon meer, maar nog wel een 'eigen' etage met hun naaste collega's. Zij kunnen op die etage of elders in het pand terecht op flexibele werkplekken. Die variëren van open ruimtes waar meerdere gebruikers tegelijkertijd kunnen werken, tot afgesloten ruimtes waar in stilte gewerkt of vergaderd kan worden. Door dit 'flexwerken' kunnen meer mensen met minder ruimte toe. Momenteel zitten er 5000 ambtenaren op 4000 werkplekken; in de toekomst komen er nog meer mensen in het gebouw. Een eigen Auditorium (klein theater) en grote en kleine vergaderzalen maken het mogelijk om congressen en symposiums in eigen huis te organiseren.
Ontwerp en bouw
Het gebouw werd in samenwerking tussen de beide ministeries en de Rijksgebouwendienst (Rgd) neergezet naar ontwerp van de Duitse architect Hans Kollhoff. Die ontleende zijn inspiratie aan de eerste wolkenkrabbers in Chicago en drukte daarmee een eigen stempel op de nieuwe skyline van Den Haag. Het nieuwe pand is het grootste kantoorgebouw van Nederland en met 39 etages (146 meter) het hoogste gebouw van Den Haag. De bouw duurde vier jaar en kostte 330 miljoen euro; dat was binnen de geplande tijd en het geplande budget.