De directeur pleegde tussen januari en oktober 2012 ontucht met een destijds 17-jarige leerling op een school voor speciaal onderwijs. De officier van justitie vond de verdachte ook schuldig aan het in het bezit hebben van kinderporno.
Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank er onder meer rekening mee dat de verdachte het in hem gestelde vertrouwen op grove wijze heeft beschaamd. In strafmatigende zin heeft de rechtbank onder meer de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte meegewogen.
De rechtbank legt vanwege de kans op herhaling een proeftijd op van vijf jaar met een aantal bijzondere voorwaarden. Zo mag de verdachte geen contact opnemen met het slachtoffer en geen activiteiten of werkzaamheden verrichten met minderjarigen.