Ze hebben daarvoor de expertise ingeschakeld van twee therapeuten van (vlieg)angstinstituut Stichting VALK.
‘Mam, kijk nou wat gaaf! Daar wil ik in, ga je mee?’ Thomas van 10 staat naast zijn moeder in attractiepark Walibi Holland. Angstig kijkt moeder tientallen meters omhoog naar het stalen gevaarte waar het priemende vingertje van haar zoontje zo enthousiast naar toe wijst. Haar maag draait zich om bij het zien van de voorbijflitsende karretjes met gillende waaghalzen. De gedachte dat ze hier straks ook in zit doet haar bloeddruk en hartslag acuut stijgen. ‘Papa vindt dit leuk, vraag hem maar!’, oppert ze in een poging om onder deze naderende nachtmerrie uit te komen. ‘Nee mama, ik wil met jou!’
Elk seizoen belanden moeders in een soortgelijke situatie. ‘Moeders blijven achter bij de tassen, terwijl de rest van het gezin lekker aan het genieten is van de attracties. De reden daarvan is vaak omdat ze niet zo nodig in een achtbaan hoeven, ze zijn bang’, aldus directeur Mascha van Till. Tijdens de rollercoastercursus, die in samenwerking met Stichting VALK (VliegAngstbestrijding Leidse universiteit KLM) wordt opgezet, leren de moeders onder andere welke verschillende klachten een rol spelen bij angst voor achtbanen en worden ze geïnformeerd over de veiligheidsmaatregelen van attracties. ‘De behandelmethoden van Stichting VALK zijn toonaangevend in de wereld. Het wetenschappelijk onderzoek, de behandelingen en de resultaten zijn wereldwijd de norm voor talloze vliegangstinstituten.
Tijdens de cursus, die bestaat uit een theoretisch en praktijk gedeelte, zullen de deelnemende moeders onder therapeutische begeleiding een ritje gaan maken in een achtbaan.
