De maximale huurverhoging in 2013 was niet alleen gebaseerd op de inflatie van 2012, maar was ook afhankelijk van de inkomensklasse van de bewoners. De huurstijging in juli 2013 van 4,7 procent komt 2,2 procentpunt hoger uit dan de inflatie over het jaar 2012. In de jaren 2001–2012 kwam de huurstijging gemiddeld 0,3 procentpunt uit boven de inflatie in het voorgaande jaar. Het is voor het eerst sinds 1996 dat het verschil tussen de huurstijging en de inflatie in het voorliggende jaar meer dan 2 procentpunt bedraagt.
Huurontwikkeling verschilt per marktsegment
Vier van de vijf woningen worden verhuurd door sociale verhuurders, zoals woningcorporaties. Bij sociale verhuurders was de huurstijging met gemiddeld 5,0 procent hoger dan bij particuliere verhuurders (3,7 procent). Geliberaliseerde huren gingen met 4,1 procent minder omhoog dan niet geliberaliseerde huren (stijging 4,6 procent). In de geliberaliseerde contracten worden huren vaker aangepast wanneer er nieuwe huurders in de woning komen. De invloed van huurharmonisatie op de huurstijging bedraagt dit jaar 0,8 procentpunt.
Maximale toegestane huurstijging vaak niet toegepast
De maximale toegestane huurstijging voor woningen onder de liberalisatiegrens wordt in 2013 het vaakst toegepast bij sociale verhuurders. In 66 procent van de betreffende huurwoningen wonen huishoudens met een laag inkomen. Voor 80 procent van de huurders met een laag inkomen was de huurstijging gelijk aan de maximale huurstijging van 4 procent. Van de middeninkomens kreeg 47 procent de maximale huurstijging van 4,5 procent. Van de hoogste inkomens ging 53 procent de maximale huurstijging van 6,5 procent betalen. In een beperkt aantal gevallen stegen huren meer dan deze percentages. In die gevallen was meestal sprake van huurharmonisatie. Ongeveer de helft van de middeninkomens en hoogste inkomens kreeg minder dan de maximaal toegestane huurverhoging.
Huurstijging sociale verhuurders, 2013
In woningen onder de liberalisatiegrens van particuliere verhuurders wordt de maximaal toegestane huurstijging minder toegepast. Bij particuliere verhuurders zag ongeveer 30 procent van huurders met een hoog inkomen de huur met 6,5 procent stijgen. Evenzo kreeg slechts 24 procent van de huurders met een middeninkomen een huurstijging van 4,5 procent.