Op zondag 24 maart 2013, vond een gewapende overval plaats op een ijssalon/ cafetaria aan de Wierdensestraat in Almelo. Na de overval vluchtte de man te voet in de richting van het station. Korte tijd later zagen agenten een man op het perron die voldeed aan het signalement van de overvaller. Eén van de agenten probeerde vervolgens eerst de man aan te houden met behulp van pepperspray, maar de verdachte wist te ontkomen. Hierop zette de agent de achtervolging in en heeft hij meerdere keren gewaarschuwd dat hij zijn vuurwapen zou gebruiken. Toen dit geen effect had op de verdachte, loste de agent eerst twee waarschuwingsschoten waarna hij twee keer gericht schoot op de benen van de verdachte. Het eerste schot miste doel, het tweede schot raakte de verdachte in zijn onderrug/ bil.
Onderzoek
Rijksrecherche Naar aanleiding van het vuurwapengebruik door de agent stelde de Rijksrecherche, zoals gebruikelijk, een onderzoek in naar de toedracht van dit incident. Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland concludeert nu op basis van dit onderzoek dat de agent heeft gehandeld volgens de richtlijnen. Omdat de man op het perron verdacht werd van een gewapende overval en hij zich vervolgens probeerde te onttrekken aan zijn aanhouding, was de agent bevoegd om gebruik te maken van vuurwapengeweld. Temeer omdat een lichter geweldsmiddel, de pepperspray, geen effect had gesorteerd. De zaak zal daarom worden geseponeerd omdat er sprake was van rechtmatig politieoptreden. De man die op 24 maart werd aangehouden als verdachte van de gewapende overval, is op 19 juli door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot 10 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.