woensdag, 9. oktober 2013 - 15:31 Update: 03-07-2014 0:51

Agent in burger concludeerde onterecht dat Rishi al dood was

Foto van agenten | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Den Haag

Uit het onderzoek door de Rijksrecherche naar de hulpverlening na het dodelijke schietincident op Hollands-Spoor op 24 november 2012 blijkt dat een agent in burger onterecht heeft geconcludeerd dat de 17-jarige Haagse Rishi al dood was. Dit meldt het Openbaar Ministerie (OM) woensdag.

Het schot
Naar aanleiding van de melding dat op Hollands- Spoor een man is bedreigd door een andere man die tevens in het bezit zou zijn van een vuurwapen, arriveren drie politieambtenaren ter plaatse, twee agenten in uniform en één in burger. Een medewerker van de NS wijst de politieambtenaren de Hagenaar aan. Hij voldoet aan het signalement en staat op dat moment op het perron. De politieambtenaren benaderen de Hagenaar met getrokken pistool en sommeren hem om te blijven staan en zijn handen te laten zien.

De Hagenaar geeft daaraan geen gehoor en rent weg. Gedurende een paar seconden achtervolgen de politieambtenaren de Hagenaar. Daarbij lost één van de politieambtenaren in uniform één schot. Dat schot treft de Hagenaar in de hals. Deze valt vrijwel direct neer en blijft dan bewegingsloos liggen.

De hulpverlening
In de daarop volgende 30 seconden benadert de politieambtenaar in burger voorzichtig de Hagenaar. De politieambtenaar die heeft geschoten, verzoekt ondertussen om de komst van een ambulance. Na het van dichtbij bekijken van de Hagenaar concludeert de politieambtenaar in burger - zonder bij de mond of neus de ademhaling te controleren - dat de Hagenaar is overleden. Hij maakt dat ook kenbaar aan de twee politieambtenaren in uniform.

Andere politieambtenaren die daarna arriveren, starten anderhalve minuut na het schot toch met reanimeren. De twee politieambtenaren in uniform, waaronder de schutter, assisteren bij het aanbrengen van de AED. Negen minuten na het schot arriveert het ambulancepersoneel ter plaatse. Zij constateren dat de Hagenaar nog in leven is, waarna hij wordt overgebracht naar het ziekenhuis. Daar wordt vastgesteld dat de Hagenaar dusdanig ernstig letsel heeft dat verdere behandeling uitzichtloos is, waarna hij overlijdt.

Conclusies
Op grond van deze gang van zaken komt het OM tot de conclusie dat de hulpverlening door de politie in zijn totaliteit snel en adequaat op gang is gekomen. Voorts kan worden geconcludeerd dat de politieambtenaar in burger een onjuiste beoordeling heeft gemaakt door te concluderen dat de Hagenaar was overleden. Hij had conform de geldende voorschriften bij de mond of neus de ademhaling moeten controleren. Het OM acht een vervolging voor overtreding van artikel 450 Sr echter niet proportioneel.

De betrokken politieambtenaar was ervan overtuigd dat de Hagenaar al was overleden, o.a. op grond van de locatie van het schot, de onnatuurlijke lichaamshouding en gelaatsuitdrukking van de Hagenaar. Het OM heeft - mede gezien de camerabeelden van het incident - geen reden om aan deze verklaring te twijfelen en gaat er dan ook vanuit dat de betrokken ambtenaar niet opzettelijk de verkeerde conclusie heeft getrokken.

V
oorts is van belang dat de ambtenaar zijn beoordeling dat de Hagenaar al was overleden, heeft gemaakt onder stressvolle omstandigheden. Ook houdt het OM rekening met het feit dat de hulpverlening daarna snel op gang is gekomen. Ten slotte is van belang dat een forensisch geneeskundige heeft geconcludeerd dat het zeer onwaarschijnlijk is dat nog eerder starten met reanimatie tot een andere uitkomst zou hebben geleid.

Het OM heeft de nabestaanden, de direct betrokken politieambtenaren en de leiding van de Politie Eenheid Den Haag geïnformeerd over de uitkomsten van het Rijksrechercheonderzoek.

Zitting
Op 8 mei 2013 heeft het OM bekend gemaakt de politieambtenaar te vervolgen die op 24 november 2012 op station Hollands-Spoor een 17-jarige Hagenaar neerschoot. De behandeling van deze zaak bij de rechtbank staat voorlopig gepland op 9 december 2013.

Provincie: