Sterkere toename bij mannen dan bij vrouwen
Eind 2012 was het aantal WW-uitkeringen aan mannen 190 duizend. Vijf jaar eerder was dit nog 101 duizend. Bij vrouwen lag het aantal WW-uitkeringen aan het eind van die periode 60 duizend hoger, op 151 duizend. Daarmee was de toename bij mannen groter dan bij vrouwen.
Meeste uitkeringen naar 45- tot 55-jarigen
Eind 2012 gingen de meeste WW-uitkeringen naar personen tussen 45 en 55 jaar, namelijk 29 procent. Vijf jaar eerder bestond de grootste groep nog uit personen van 55 tot 65 jaar. Dit komt onder meer doordat de maximale duur van de WW-uitkering is teruggebracht van 60 naar 38 maanden. Hierdoor hebben vooral oudere werknemers die werkloos geworden zijn veel minder lang recht op WW.
Vooral minder vaak mannen van 55 tot 65 in de WW
Het aandeel WW-uitkeringen aan 55-plussers nam zowel bij mannen als vrouwen af. Bij mannen was de daling het sterkst, van 46 procent eind 2007 tot 28 procent eind 2012. Het aandeel van de groep 25- tot 35-jarigen nam naar verhouding juist sterk toe, vooral bij mannen.
Relatief veel jonge niet-westerse allochtonen ontvangen WW
Onder autochtonen gaan naar verhouding de meeste uitkeringen naar de 45-plussers, bijna zes op de tien. Bij allochtonen van niet-westerse herkomst daarentegen zijn het juist degenen tot 45 jaar die de grootste groep vormen. Dit hangt onder andere samen met de leeftijdsopbouw van de niet-westerse bevolkingsgroep.
Eind 2012 zijn ruim 14 duizend uitkeringen verstrekt aan niet-westerse allochtonen van 35 tot 45 jaar. Naar verhouding gaan veel uitkeringen naar personen in deze leeftijdsgroep met herkomst Turkije en Marokko.