vrijdag, 28. juni 2019 - 21:43 Update: 28-06-2019 21:55

Delftse studententeam WASUB wordt tweede op wereldkampioenschap voor mens-aangedreven onderzeeërs

delftse studenten, wasub, tweede, international submarine races
Foto: TU Delft
Delft

Studententeam WASUB van de TU Delft is op vrijdag 28 juni tweede geworden tijdens de International Submarine Races in Washington D.C.

Met hun mens-aangedreven onderzeeër eindigden zij net achter het Canadese Omer van de universiteit École de technologie supérieure. De hele week had het team de tijd om een zo hoog mogelijke topsnelheid te bereiken tijdens de 100 meter lange sprint. Tijdens de wedstrijd behaalde het team een snelheid van 12,2  km/u.

1-tegen-1 strijd

Op de laatste dag hadden WASUB en het Canadese Omer allebei een snelheid van precies 11,9 km/u. Nog nooit in de geschiedenis van het evenement is het voorgekomen dat twee onderzeeërs dezelfde snelheid hadden. Om uit deze uitzonderlijke situatie toch een winnaar te bepalen besloot de raceleiding om WASUB en Omer in een duel tegen elkaar te laten racen in een grote finale. Omer was uiteindelijk net iets sneller met 12,6 km/u en won daarmee de competitie. Auke Prins, de teammanager: “Ik ben heel trots op de prestaties van het team!”

Verassing

Voor WASUB was het afwachten hoe snel de onderzeeër uiteindelijk zou gaan. Het hele jaar door testte het team de onderzeeër in verschillende zwembaden in Nederland. Echter waren de zwembaden niet lang genoeg voor de onderzeeër om op topsnelheid te komen. Het was nog maar de vraag welke snelheid hij zou halen. Aangekomen in Washington slaagde de piloot, die de onderzeeër bestuurd, erin om 12,2 km/u te bereiken. Thijs Haenen, de piloot: “Het was mooi om te zien dat toen we voluit konden varen we al snel als bijnaam “The bullet” kregen.”

Fietsen op 10 meter onderwater

Naast de techniek zijn de atletische prestaties van de piloot een belangrijke factor. De onderzeeër wordt via pedalen aangedreven wat het een soort onderwaterfiets maakt. Het is de taak van de piloot om zo hard mogelijk te trappen. Deze inspanning levert de piloot op een diepte van 10 meter in een duikuitrusting. Het gebeurd niet iedere dag dat je onder deze condities een inspanning moet leveren. De piloot traint daarom een jaar lang onder begeleiding van bewegingswetenschapsstudenten van de VU Amsterdam