donderdag, 29. september 2016 - 13:52

SCP: 'Nederlanders hebben meer vertrouwen in regering'

SCP: 'Nederlanders hebben meer vertrouwen in regering'
Foto: Archieffoto ter illustratie FBF
Den Haag

Na een daling vanaf eind 2014 hebben Nederlanders dit kwartaal weer wat meer vertrouwen in de regering (47% geeft een voldoende, vorige kwartaal 41%) en de Tweede Kamer (49%, was 45%). Dat geldt ook voor grote ondernemingen (61%, was 56%). De stemming over de economie is onveranderd positief. Het optimisme over het land neemt trendmatig af sinds het hoogtepunt begin 2014 toen 37% het meer de goede dan verkeerde kant op gaan met ons land. Dit meldt het Sociaal en Clultureel Planbureau.

Nu is dat 28%, overigens nog wel iets boven het niveau van 2008-2009 (25%). Er is altijd een meerderheid die het meer de verkeerde dan goede kant op vindt gaan (nu 61%). In vergelijking met andere Europeanen zijn Nederlanders echter positief gestemd over de ontwikkelingen in hun land (alleen de Luxemburgers, Ieren en Maltezers zijn per saldo positiever).

Positiever over het lidmaatschap van de Europese Unie

Over de Europese Unie zijn Nederlanders net zo pessimistisch als de gemiddelde Europeaan. Volgens Eurobarometergegevens van mei 2016 is er echter in geen enkel ander EU-land dan Nederland meer steun voor het EU-lidmaatschap. Waarschijnlijk door het nieuws over negatieve gevolgen van uitreden na het Brexitreferendum (23 juni 2016). Nu is 50% tegen en 20% voor een ‘Nexit’, in april 2015 was 43% tegen en 24% voor. Vorig kwartaal vond 39% het lidmaatschap ‘een goede zaak’, nu is dat 46% (gelijk aan het gemiddelde niveau van 2008-2011).  

Houding tegenover globalisering verschilt sterk tussen opleidingsniveaus

Lageropgeleiden zijn veel negatiever gestemd over de gevolgen van open grenzen voor hun leven dan hogeropgeleiden. Van de academici verwerpt 83% de stelling dat globalisering vooral nadelen heeft ‘voor mensen zoals ik’, bij de lageropgeleiden doet slechts 22% dat. De internationale situatie blijft een bron van zorg. Vergelijkbaar met voorafgaande kwartalen zegt 11% zich heel veel en 42% zich tamelijk veel zorgen te maken over de internationale politieke situatie. Wie zich minder zorgen maakt, doet dat niet omdat het goed gaat, maar omdat men vindt dat zorgen maken geen zin heeft en men er toch niets aan kan doen. Een oudere respondente verwoordt dat zo: “Vroeger wist je niet veel over wat in andere landen speelde, nu krijg je alle ellende van de hele wereld op je bord maar eigenlijk weet je niet genoeg over de achtergronden en gaat het op één grote brei ellende lijken.” Zorgen betreffen oorlogen, aanslagen en Europese kwesties; vluchtelingen worden beduidend minder dan in de voorgaande kwartalen genoemd.

Minder zorgen over vluchtelingen, weer meer over ‘samenleven’ en zorg

Vluchtelingen worden dit kwartaal veel minder genoemd bij de ‘belangrijkste problemen in Nederland’. Het aandeel van ‘immigratie en integratie’ in het nationaal probleembesef neemt daardoor af en dit onderwerp komt ook lager op de politieke agenda. Problemen van ‘samenleven, normen en waarden’ worden weer belangrijker in het probleembesef en op de politieke agenda rukt ‘gezondheids- en ouderenzorg’ verder op.

Politiek vertrouwen afhankelijk van prestaties van overheden 

Ondanks verschuivingen van overheidstaken van het nationale niveau naar de Europese Unie en gemeenten, wordt de landelijke overheid nog steeds het meest verantwoordelijk gehouden voor onder andere de zorg, vluchtelingen en de bijstand. (On)tevredenheid over dergelijke onderwerpen vertaalt zich meer in (gebrek aan) politiek vertrouwen naarmate men de betreffende overheid er meer verantwoordelijk voor acht.

Categorie:
Provincie:
Tag(s):