Dit is de conclusie van het rapport van de Universiteit Twente over de evaluatie van de nationale crisisbeheersingsorganisatie vlucht MH17 dat door de Minister van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer is gestuurd.
'Moeizame start'
Projectleider van het onderzoek was René Torenvlied, hoogleraar publiek management van de vakgroep bestuurskunde van de Universiteit Twente: 'Na een moeizame start heeft de nationale crisisbeheersingsorganisatie de crisis gaandeweg beheerst. Nabestaanden hebben veel steun gehad aan familierechercheurs. Nederlandse burgers zijn in het algemeen tevreden over de informatievoorziening door de overheid.'
Andere noodzakelijke activiteiten werden voortvarend opgepakt, zoals internationale diplomatie, crisiscommunicatie of de organisatie van de dag van nationale rouw. Na de eerste dagen kwam er een betere samenwerking op gang, waardoor alle partijen hun bijdrage konden leveren. De missies in Oekraïne hebben door hun autonomie bijgedragen aan het bereiken van de hoofddoelstellingen van het kabinet.
Het onderzoeksteam van de Universiteit Twente evalueerde de crisisbeheersing rond vlucht MH17 in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Het eerste deelonderzoek ging over het functioneren van de nationale crisisbeheersingsorganisatie, mede in het licht van de internationaal-juridische context van het conflict in Oekraïne.
Nabestaanden ontevreden gedurende crisisrespons
Het tweede deelonderzoek betrok het perspectief van nabestaanden in de evaluatie, waaronder hun beleving van de communicatie en nazorg door de overheid en maatschappelijke organisaties. Nabestaanden zijn in het algemeen ontevreden over het optreden van de overheid gedurende de eerste crisisrespons.
Dat verbeterde na de dag van nationale rouw, waarna zij in het algemeen tevreden zijn over de geboden nazorg en informatievoorziening. Enkele incidenten hebben een grote impact gehad op nabestaanden. Nabestaanden hebben veel steun gehad aan familierechercheurs.
Informatievoorziening
Het derde deelonderzoek ging over de informatievoorziening van de overheid naar de Tweede Kamer, media en samenleving. De Tweede Kamer en de media zijn de informatievoorziening vanuit de Rijksoverheid vanaf oktober 2014 minder positief gaan waarderen. De Nederlandse burger is in het algemeen tevreden over deze informatievoorziening. Een klein deel (rond 15 procent) van de burgers is ontevreden.