maandag, 6. november 2017 - 14:35 Update: 06-11-2017 17:20

Vrouwen kampen meer met slaapproblemen dan mannen

Vrouwen kampen meer met slaapproblemen dan mannen
Foto: Archieffoto ter illustratie FBF
Den Haag

Uit grootschalig meta-onderzoek in opdracht van de Hersenstichting blijkt dat een grote groep Nederlanders, met name vrouwen, slaapproblemen heeft.

'Nooit eerder is in ons land zo diep in de slaapcijfers gedoken, in totaal is slaapdata van maar liefst 140.000 mensen uit 34 bestaande Nederlandse bevolkingsonderzoeken van de afgelopen 25 jaar bekeken', zo heeft de Hersenstichting bekendgemaakt.

Nederlanders slapen over het algemeen lang genoeg, maar dat betekent niet automatisch dat we ook goede slapers zijn. 90% van de Nederlanders slaapt binnen de aanbevolen duur van 7-9 uur voor volwassenen. Dat we genoeg slapen betekent echter niet automatisch dat we ook goede slapers zijn. Lang genoeg slapen is namelijk niet hetzelfde als een goede nachtrust.

Vrouwen aanzienlijk meer problemen

Vrouwen slapen over het algemeen namelijk iets langer dan mannen, maar ze slapen ook een stuk slechter. Vrouwen komen moeilijker in slaap, hebben meer moeite met doorslapen en gebruiken meer slaapmedicatie dan mannen. 11% van de vrouwen in de leeftijdsgroep 41 t/m 65 jaar gebruikt slaapmedicatie vs. 4,6% van de mannen, in de leeftijdsgroep 65+ is dat zelfs 17,5% van de vrouwen vs. 6,1% van de mannen.

Slapeloosheid

Er is sprake van slapeloosheid als deze symptomen minimaal drie keer per week voorkomen, dit minimaal drie maanden duurt, men er overdag last van ondervindt en het niet door verstorende slaapomstandigheden komt. Er zijn drie soorten symptomen van slapeloosheid. Met name mensen die korter slapen dan aanbevolen, maar ook mensen die langer slapen, geven aan meer last te hebben van symptomen van slapeloosheid.

Moeite met in slaap komen: aan het begin van de nacht duurt het langer dan 30 minuten voor je in slaap valt. Vrouwen komen veel moeilijker in slaap dan mannen. Een kwart de vrouwen (25,4%) van 18 t/m 25 jaar heeft moeite met in slaap komen vs. 1 op de 5 mannen (19,6%). Naarmate mensen ouder worden, worden de verschillen steeds groter. Bij de groep 65+ is het verschil het grootst, 19,9% van de vrouwen heeft moeite met in slaap vallen vs. ‘slechts’ 7,9% van de mannen.

Moeite met doorslapen

Moeite met doorslapen:‘s nachts wakker worden en maar moeilijk weer in slaap kunnen vallen. Met name vrouwen vallen moeilijker weer in slaap na nachtelijk wakker worden dan mannen. Bij pubers (14 t/m 17 jaar) is dat 28% van de vrouwen vs. 19,3% van de mannen. En bij 65+ is dat 25,2% van de vrouwen vs. 14,5% van de mannen.

Vroeg wakker worden: vanzelf vroeg wakker worden neemt toe naar mate de leeftijd stijgt. Ruim 1 op de 5 (21%) Nederlanders van 41 t/m 65 jaar wordt te vroeg wakker. Bij de groep van 41 t/m 65 jaar is dat 24% van de vrouwen vs. 17,6% van de mannen. Bij 65+ komt dit slaapprobleem het meest voor: vrouwen 27,8% vs. mannen 18,4%.

Belang van goed slapen

Goede slaap is niet alleen belangrijk om goed te functioneren, maar ook om gezondheidsschade te voorkomen. Chronisch slecht slapen vergroot namelijk het risico op neuropsychiatrische aandoeningen zoals angststoornissen, depressie en dementie, en op lichamelijke aandoeningen zoals obesitas, hart- en vaatziekten en type 2 diabetes. Slaap wordt vaak over het hoofd gezien als onderdeel van een gezonde leefstijl, terwijl dit juist zo essentieel is.

Dr. Laura Rigter, projectleider Gezonde Hersenen bij de Hersenstichting: 'Dit onderzoek maakt voor ons inzichtelijk waar de risico’s liggen voor slapend Nederland en wie er risico lopen. Van groot belang, gezien het negatieve effect van slechte slaap op de gezondheid.'

Prof. Dr. Henning Tiemeier van Erasmus Medical Center: 'Er zijn de laatste decennia veel kleinere onderzoeken naar slaap gedaan, maar nog nooit werden deze naast elkaar gelegd. Door alle 34 onderzoeken te bekijken kunnen we voor het eerst iets zeggen over de slaapgewoonten in Nederland.'

Het onderzoek is uitgevoerd door Dr. Desi Kocesvka van het Erasmus Medical Center onder leiding van de professoren Henning Tiemeier (Erasmus Medical Center) en Eus van Someren (Nederlands Herseninstituut).