maandag, 16. januari 2017 - 21:27

Hypertensie als 'sluipmoordenaar'

Hypertensie als 'sluipmoordenaar'
Foto: Archief EHF
Maastricht

Patiënten kunnen langdurig en ongemerkt hoge bloeddruk hebben en daarmee onomkeerbare schade aan bloedvaten en organen ontwikkelen. Daarom zijn tijdige herkenning en juiste en effectieve behandelstrategieën van groot belang.

In zijn oratie bij de aanvaarding van de leerstoel ‘Vasculaire gevolgen bij hypertensie’ benoemt de internist-vasculair geneeskundige prof. dr. Bram Kroon van het Maastricht UMC+ de vele aspecten van diagnostiek,  behandeling en evaluatie van hoge bloeddruk.

De bloeddruk is de kracht waarmee het bloed tegen de wanden van de bloedvaten drukt. Wanneer het  bloed te hard tegen de wanden van  bloedvaten drukt, is er sprake van een te hoge bloeddruk, ook wel hypertensie genoemd. Als hypertensie langer bestaat, levert dat schade aan de vaatwand op. Het gevolg daar weer van is dat organen minder goed doorbloed raken en orgaanfalen ontstaat. 

Sluipmoordenaar

Mensen met hoge bloeddruk merken daar vaak niets van. Echter een niet-behandelde hypertensie levert op termijn ernstige schade op. Met name de hersenen, nieren en het hart raken beschadigd. Kroon merkt in zijn inauguratie op dat  hypertensie een echte ‘sluipmoordenaar’ is. Doordat de gevolgen zich pas op lange termijn openbaren, is behandelen extra gecompliceerd. Immers, waarom zou je bijvoorbeeld dagelijks pillen slikken als je nergens last van hebt? Onderzoek naar het bevorderen van therapietrouw is om die reden een belangrijk onderdeel van de leerstoel.

Onderzoek en toepassingen

Het onderzoeksterrein van de leerstoel richt zich op het mechanisme van het ontstaan van vaatschade en het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden, zoals het afremmen van de activiteit van het autonome zenuwstelsel met behulp van elektrische stimulatie of stents in de halsslagader. Ook worden methoden ontwikkeld die patiënten ondersteunen bij het volgen van de voorgeschreven therapie. In Maastricht worden goede resultaten gezien bij de behandeling van hoge bloeddruk binnen de zogenoemde anderhalvelijnsvoorziening. Hierbij krijgt de patiënt in een setting tussen huisartsenpraktijk en ziekenhuis een eenmalig medisch-specialistisch consult. Met het behandeladvies van de internist kunnen de huisarts en praktijkondersteuner vaak behandeling en controle van hypertensie voortzetten. Dit samenwerkingsmodel heeft voor hypertensie een belangrijke meerwaarde. Kroon: “Door dit model is er veel beter overleg tussen medisch specialist en huisarts, en kunnen patiënten laagdrempelig en intensief begeleid worden met verbetering van behandelresultaten.”

Bloeddrukmeting

Het eenmalig meten van de bloeddruk in de spreekkamer is weinig zinvol, omdat het altijd een vertekend beeld geeft van de werkelijkheid door het ‘spreekkamereffect’. De bijzondere omgeving en omstandigheden bij de arts maken dat de bloeddruk vrijwel altijd hoger is dan normaal. “Ik heb een bijzonder accurate bloeddrukmeter in mijn spreekkamer, maar ik gebruik hem als bloeddrukspecialist daar vrijwel nooit. Ook als de meting wel accuraat zou zijn, geeft het nog weinig informatie omdat het slechts een momentopname is. Het is zaak om herhaaldelijk - onder dezelfde omstandigheden en het liefst met hetzelfde apparaat - metingen te doen. Het gaat om het verloop van de bloeddruk in de tijd en de verschillende metingen ten opzichte van elkaar. Tegenwoordig zijn er allerlei handige  apparaten en e-health-toepassingen die dat  bloeddrukpatroon goed  in beeld kunnen brengen. Dat is een enorme aanwinst voor zowel de diagnostiek als de evaluatie van de ingezette behandeling”, aldus Kroon.