woensdag, 29. mei 2013 - 8:32 Update: 03-07-2014 0:57

Koudste lente sinds 1962

Koudste lente sinds 1962
De Bilt

De meteorologische lente komt volgens het KNMI bij de tien koudste in honderd jaar. Met nog ruim een week te gaan is het niet ondenkbaar dat het zelfs de koudste lente wordt sinds 1962, in ruim vijftig jaar dus.

Vooral maart was uitzonderlijk koud. Vrijwel de hele maand en in een deel van april zat de wind voortdurend in de oosthoek, waarmee koude lucht uit Oost-Europa werd aangevoerd. De oostelijke stroming werd in stand gehouden door een zeer krachtig hogedrukgebied van Groenland naar Siberiƫ en lagedruk boven Europa. Door het vele koude weer dit jaar blijft ook de zeewatertemperatuur van de Noordzee achter bij het langjarig gemiddelde. Uit onderzoek van het KNMI blijkt dat koud voorjaarsweer in Nederland vaak hardnekkig is. Door de koude Noordzee wordt een koude voorjaarsmaand vaak gevolgd door nog een koude maand.

Het wisselvallige meiweer past in het beeld dat we deze lente vaker gezien hebben; een groot lagedrukgebied boven het Europese continent en hogedruk ten noord(oosten) van ons land. Door subtiele verschillen in de ligging van de weersystemen ten opzichte van eerder deze lente is het in Oost-Europa deze maand echter zeer warm voor de tijd van het jaar.

Natte sneeuw
Op 23 mei beleefde de lente van 2013 een dieptepunt. Op veel plaatsen wordt de 10 graden niet of amper gehaald. De Bilt noteerde maximaal 10,4 graden. In de laatste decade van mei en de eerste helft van juni is de maximumtemperatuur in De Bilt vijf keer nog lager geweest: 9,0 graden (25 mei 1962), 9,2 graden (2 juni 1953) 9,7 graden (22 mei 1928), 9,9 graden (15 juni 1971), 10,1 graden (26 mei 1983).

In de nacht van 23 op 24 mei kwam het op enkele plaatsen tot vorst aan de grond. Normaal telt mei drie dagen met vorst aan de grond en ook midden in de zomer komt dat soms nog voor. Bovendien vielen er verspreid over het land buien. Op 23 mei meldden de KNMI-weerstations Lelystad en Stavoren enkele vlokken natte sneeuw. Dat is heel uitzonderlijk zo laat in de lente. Voor De Bilt is 17 mei 1935 de laatste datum in het seizoen waarop nog sneeuw is waargenomen. Landelijk zijn er in ons land op 2 juni 1975 nog een paar meldingen geweest van natte sneeuw door weeramateurs.
Somber


Behalve koud was het name de afgelopen weken ook somber. De periode van 11 tot en met 20 mei (decade twee) was in De Bilt met slechts 22 uur zon zelfs de somberste tweede decade van mei sinds het begin van de metingen in 1901. Normaal schijnt de zon in dat tijdvak 69 uur.
Afwijkende ozonlaag


Het koude weer van de afgelopen dagen heeft geleid tot een opmerkelijke verdeling van de hoeveelheid ozon in de ozonlaag hoog in de atmosfeer. Het KNMI laat regelmatig ballonnen op om de hoeveelheid ozon en de temperatuurverdeling op grote hoogte te meten.
De ozonsonde van 23 mei leverde verrassende informatie op. Gewoonlijk wordt rond 22 kilometer hoogte de grootste hoeveelheid ozon gemeten, maar die dag bevond de meeste ozon zich 6 tot 16 kilometer hoogte, veel lager dus dan normaal. Ozondeskundige Marc Allaart van het KNMI brengt de oorzaak van deze bijzondere ozonverdeling in verband met zeer koude lucht op ongeveer zeven km hoogte. Hier werd een temperatuur van -42 graden gemeten. Op deze hoogte bevond zich ook de tropopauze, de scheiding tussen de troposfeer en de ozonlaag.

Normaal is de tropopauze het koudste punt in de atmosfeer, maar op 23 mei was dat niet het geval. Hogerop in de ozonlaag is die dag een nog lagere temperatuur gemeten van -54 graden en was de hoeveelheid ozon normaal. (Bron KNMI)
 

Provincie:
Tag(s):